LinkedIn mag niet zonder toestemming zogenoemde tracking cookies plaatsen, zo heeft de rechtbank Amsterdam bepaald.
Een niet nader genoemde Nederlandse gebruiker van de diensten van LinkedIn en Microsoft vorderde in kort geding dat het grote internetondernemingen wordt verboden om zonder zijn toestemming zogenoemde tracking cookies te plaatsen, omdat dat in strijd zou zijn met privacyregels. Cookies zijn zoals bekend (tekst)bestandjes die worden opgeslagen op browsers van apparatuur van gebruikers, om gegevens te verzamelen. Tracking cookies maken het mogelijk om profielen van mensen op te stellen.
De man had zelfs de hulp ingeroepen van het Engelse bedrijf Collective Shift om een onafhankelijke analyse te maken van de persoonsgegevens die worden verzameld door Microsoft.
Gedaagden voerden aan dat de vorderingen niet kunnen worden toegewezen omdat, kort samengevat: zij geen gebruik maken van de cookie(gegevens) voor advertentiedoeleinden zonder expliciete toestemming van de persoon in kwestie, voor functionele cookies geen toestemming nodig is, voor cookies van LinkedIn toestemming is verleend en het rapport van de ingeschakelde deskundige kan worden omschreven als ‘broddelwerk’.
De rechter oordeelde niettemin dat Microsoft cs onrechtmatig hebben gehandeld. Zij riskeren een boete van 500 euro per overtreding tot een maximum van 25.000 euro.
Opvallend is dat de Nederlandse dochters (LinkedIn en Microsoft BV) zijn uitgezonderd van de verplichting, Zij zouden geen enkele rol spelen bij het aanbieden van analytische en advertentiediensten en dus ook niet bij het plaatsen en uitlezen van tracking cookies.