Een slachtoffer van cryptofraude kan geen schade verhalen op Coinbase, waar hij bitcoins had ondergebracht. Dat heeft de Rechtbank Midden Nederland bepaald.
De man is het slachtoffer geworden van fraude. Hij wilde gaan investeren in bitcoins en wilde daar enige begeleiding bij. In februari 2021 heeft hij daarover informatie gezocht op internet en zijn contactgegevens achtergelaten op een site. Daarop is hij gebeld door iemand die beweerde dat hij voor Coinbase werkte.
In werkelijkheid was dit handelsplatform niet echt en zijn de bitcoins overgemaakt naar externe wallets van de oplichters. Het slachtoffer heeft later telefonisch en per e-mail contact gehad met andere personen, die hem ertoe hebben bewogen grote geldbedragen over te maken. Zo is in april 2022 voorgehouden dat er door de overheid een onderzoek was ingesteld naar zijn investeringsactiviteiten en dat hij bedragen moest betalen om zijn account af te kunnen sluiten. Dat heeft hij gedaan. In juni 2022 is hij benaderd door vermeende medewerkers van FINRA, een Amerikaanse toezichthouder, die hem hebben voorgehouden dat er een verdachte bitcointransactie was gevonden in zijn wallet en dat hij 81 procent van al zijn zakelijke en privé-bankrekeningen moest inbrengen, op straffe van boetes, om zijn onschuld te bewijzen. Het slachtoffer heeft daaraan gehoor gegeven en in korte tijd veel geld overgemaakt naar zijn wallet. In totaal is hij een half miljoen euro kwijtgeraakt.
De advocaat van het slachtoffer heeft vervolgens Coinbase aansprakelijk gesteld voor de geleden schade. Coinbase heeft iedere aansprakelijkheid afgewezen.
De oplichters hebben het slachtoffer naar de website van Coinbase geleid en vervolgens een Coinbase-account laten aanmaken, zodat hij de beschikking kreeg over een Coinbase-wallet.
De rechter wijst de vordering dan ook af, een bittere pil voor de man, die ook nog eens ruim 14.000 euro proceskosten moest betalen.