Vermoedelijk zal de Berlin Messe IFA 2020 zo snel mogelijk willen vergeten. In plaats van 40 gevulde hallen met 250.000 bezoekers, optredens in de Sommergarten en vele eethoekjes was het donderdag griezelig rustig op het immense beursterrein in Berlijn.
Het is zo’n beetje de enige technologiebeurs in Europa dit jaar die nog een fysieke component heeft. Met de nodige beperkingen, dat wel. De drie evenementen voor journalisten en de vakhandel kunnen dagelijks maximaal 750 bezoekers ontvangen, het eigen personeel niet meegerekend.
De door IFA overgevlogen 800 journalisten zitten, keurig op anderhalve meter afstand van elkaar, in een hal vaak nog steeds naar vooraf opgenomen presentaties te kijken, vooral van Aziatische bedrijven die liever geen medewerkers naar Duitsland wilden sturen, zoals Huawei.
Ook Qualcomm CEO Cristiano Amon, die de keynote verzorgde, was niet in levende lijve aanwezig.
Alles is anders aan aan de IFA Special Edition. Op de beursvloer met slechts 170 exposanten vielen vooral de vele mondkapjes op, wat het er allemaal niet gezelliger op maakte.
Echt nieuwe gadgets worden node gemist. LG, een bedrijf dat we vooral kennen van televisies en smartphones, demonstreerde voor de verandering een supermodern mondmasker met HEPA filters en ventilatoren dat met de meegeleverde 820-mAh zo’n twee uur moet blijven werken. Het bedrijf demonstreerde trouwens veel producten in een virtuele showroom.
De virtuele versie van IFA is eerlijk gezegd nauwelijks beter. Wie probeert de IFA vanaf huis te volgen, verdwaalt al gauw in een wirwar van schermen. IFA baas Jens Heuthecker gaf het eerlijk toe: een digitaal platform is geen alternatief voor een fysieke beurs.
Maar staan al die weggebleven bedrijven volgend jaar gewoon weer op IFA? Volgens marketingbaas Benjamin Braun van Samsung, een bedrijf dat IFA dit jaar oversloeg en zijn eigen virtuele evenement organiseerde, is er grote kans dat exposanten in de toekomst hun producten op een andere wijze gaan presenteren. “We moeten beurzen wellicht anders inrichten”.